Friends in a Cold Climate: over de positie van Duitsland in Europa

“Ik herinner me enkele discussies met mijn Franse vrienden toen Duitsland verenigd wilde worden. terwijl ik met ze sprak, voelde ik dat er iets was. Er was iets waar ze over wilden praten, maar waar ze niet over konden praten.” Jutta studeerde Civiel Bestuur in Stuttgart. Ze werkte in Esslingen als leidinggevende aan het bureau voor internationale relaties.

“Mijn werk was voornamelijk met zustersteden, Esslingen heeft een zeer goede traditie op het gebied van stedenbanden. En ik werkte ook met Europese programma’s, stichtingen etc. Ik werkte rechtstreeks voor de burgemeester, geen andere chef boven mij dus dat was heel goed omdat ik maar met één persoon hoefde te overleggen.“

“De vrienden vroegen: hoe denk je over dat grote Duitsland, Oost- en West-Duitsland samen. Hoe denk je erover, zeg ik, oh ja, het is oké. Voor mij is het oké. Dit zijn Duitsers en we willen samen zijn “En we zijn erg blij dat de muur is gevallen. Jean-Francois zei, ik begrijp het, maar begrijp je, daar zijn we een beetje ongerust over. Ik kon niet begrijpen waarvoor hij bang was. Waarom?” Hij zei omdat hij dacht dat het niet zo goed is dat Duitsland heel zou zijn, samen zou komen. Ik vroeg: denk je na over wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd? Ja, zei hij, ik denk dat Duitsland niet zo groot moet zijn als het was. Het was moeilijk, moeilijk voor mij om te begrijpen en we hebben daar veel over gesproken en ik weet niet waarom ze zich zorgen maakten. Dit kon ik niet geloven.”


FRIENDS IN A COLD CLIMATE: SWEDEN (in the seventies).

“When we were in Norrkoping, that society turned out to be so much more emancipated than with us. I immediately thought I would like to live in Sweden. That’s how equal men and women are there. We went there too, that was funny, because Sweden of course did not participate in NATO, we went to the army, the air force as an outing. They just had, they were proud of that, the new planes they had purchased. We went to that army base and got a tour and then we were allowed to view the inside of those planes. And there were male pilots and female pilots, I’m not very familiar with ranks in the army, but those women also had quite a lot of those (stripes) those things on. So I thought that was great that it was so easy there, that was not possible with us at all!” (Connie from Schiedam).

Bråvalla Wing (Swedish: Bråvalla flygflottilj), also F 13 Norrköping, or simply F 13, is a former Swedish Air Force wing with the main base located near Norrköping in south-eastern Sweden. In the 1970s they flew with the Swedish developed Saab 37 Viggen (Viggen is Swedish for lightning bolt). Youths are still able to take account of Swedish Air Force’s capabilities, this time by flying in the simulator of the Saab JAS 39 Gripen. 

An Honarable Membership

Stane lived in Velenje, Slovenia, and hitchhiked in Europe since he was 17 years old. Due to his extensive travel experience he was asked to become a group leader for a Yugoslavian youth exchange organisation. Velenje had been a town twinning member of a circle of towns since 1970.


Whenever I wanted some sources like getting buses or getting money for lunches and things like that, I always had to go to the committee chief. He wanted to know details and he was trying to persuade me that we should do more political. Yes, I did it once. When the group from Schiedam was in Velenje in ’77. They were invited to the town hall. And I said to this politkomisar, I said, “Let’s do a special thing. Give these kids an Honorable Membership Cards for the Socialist Youth Union. He was proud that, and later on, he was speaking about that, that we have now new members of the Yugoslav Socialist Union from outside the country. It was fun for me. It was the biggest fun for the Dutchmen. Otherwise, no, as I said, I never accepted that politics would interfere with youth exchanges.”

Schiedam, een partnersteden conferentie in 1980

“Die partnersteden conferenties die dan gehouden werden, met die burgemeesters, dat moest allemaal simultaan vertaald worden! Want de voertaal was niet Engels, dat was een punt van Esslingen met name, die vertikten het om Engels te spreken. Dus je moest 4, 5 talen simultaan tolken. Dan moest ik een bureau vinden en dat waren ook heel vaak tolken die bij de Europese Gemeenschap in Brussel tolk waren. Voor al die landen die simultaan vertaald moesten worden, die kregen wij dus ook. Dus dan moest ik van die hokjes laten maken. En dat was maar een paar uurtjes want dat was maar een gedeelte van de dag! De rest konden ze gewoon met Engels, maar ja, officieel wilde Esslingen dan niet… Dat voelde de burgemeester zich niet zeker van. Kijk, onze die sprak vloeiend Engels. Maar ja, dat sprak die van Duitsland ook wel, van Esslingen maar dat wilde hij niet in een officiële bijeenkomst.” 

Jan Brouwer, gepensioneerd gemeenteambtenaar Schiedam

1970, een afvaardiging uit Velenje (voormalig Joegoslavie) op bezoek in Esslingen.

Esslingen. Deelnemers (nog) onbekend.

In 1970 nam de stad Velenje uit voormalig Joegoslavië deel aan een jongerenuitwisseling. Vanaf dat moment maakte Velenje deel uit van een kleine kring van steden uit heel Europa die met elkaar verbonden waren. Connie, een organisator uit Schiedam, een stad die daar ook deel van uitmaakte: “Dat vond iedereen bijzonder. Kijk naar Zweden en Engeland en Duitsland en Frankrijk: je vond het leuk om elkaar te ontmoeten maar dat was niet ongebruikelijk. Maar een groep van achter de IJzeren Gordijn, dat was natuurlijk wel wat. Die mensen uit Velenje, die deelnemers hadden het gevoel: we zijn nu in Esslingen en in Schiedam, wij Joegoslaven zijn vrij omdat we dit nu mogen. Maar er waren zoveel beperkingen die daar toegepast waren waarvan we net dachten, wat gebeurt hier?”

The New Europeans

THE VITAL SURVEY OF EUROPE TODAY AND TOMORROW

(Hodder & Stoughton 1962, Revised 1968. Panther edition 1971)

“The young Europeans may not take the idea of ‘making Europe’ as seriously as their elders; with no memories of war, the talk of reconciliation is just as boring. But they are able to live Europe more casually, to pick up movements far more quickly, and to have a common aim, at least, in wanting to get rid of the Old Europe. It may not be quite the kind of aim that their parents had in mind; but then nothing in Europe has works out quite as planned.”

Afrekenen met de Tweede Wereldoorlog

Jeugduitwisselingen in de zestiger jaren en de eenwording van West-Europa.

Joop Daalmeijer: het heeft me wel, het heeft me mee gevormd. Ik kom uit een gezin, wij hadden niet veel geld dus heel veel naar het buitenland reizen was geen sprake van. En we gingen naar familie in Brabant om vakantie te houden. Dan zaten we daar op de boerderij. Meer geld was er niet. Dan werden de fietsen vervoerd met een expeditiebedrijf, dan konden we daar fietsen. Dus dit was voor mij de mogelijkheid om mij naar het buitenland te komen. Dat heeft me mee gevormd. Als dat niet gebeurd was was het de vraag of ik was gekomen maar ik nu ben gekomen! Ik heb nog steeds vrienden in Norrkoping in Zweden, in Stockholm. Dat zijn natuurlijk inmiddels ook zestigers en in Frankrijk niet te vergeten, in Vienne. En ja, het heeft mijn blik op de wereld toch verruimd, heeft echt verruimd. En ik ben een absolute Europeer. En niet omdat ik zaken kan doen met Duitsland of met Frankrijk. Maar omdat we samen sterker zijn. 

Joop Daalmeijer

De eerste Schiedamse uitwisseling met Esslingen.

Anton, student Tropische Bosbouw te Wageningen was jeugd groepsleider in 1968. “Dat gevoel voor Europa. Dat heeft op mij wel effect gehad en dat gebeurde niet door dat ik daar lezingen kreeg, als mensen mij daar iets over vertelden maar dat gebeurde gewoon doordat je samen naar bijzondere plekken ging waar je over die plekken wat hoorde, wat wel natuurlijk enigszins met de Duitse cultuur in Esslingen of de Welsch cultuur van doen had, dat hele achterland van Neath van Wales, een hele bijzondere plek die… ik ben nog ooit is teruggeweest om daar een dramaserie te maken, heb ik er weer rondgereisd omdat ik het zo bijzonder vond.”

1967, naar Esslingen, Duitsland

“Moet je nagaan: 1967, ik ging met een gemengd gezelschap veertien dagen erop los en daarna kreeg ik veertien dagen een gastheer thuis. De gemeente had elke dag lange excursies georganiseerd. Dat had natuurlijk te maken met het feit dat Duitsland bezig was met reputatieherstel.”

Friends in a Cold Climate onderzoekt het fenomeen ‘stedenbanden’ om te zien wat er schuil gaat achter de borden die soms aan een gemeentegrens staan. Borden met buitenlandse namen die staan voor uitwisselingen tussen jongeren, burgers en functionarissen ter bevordering van vrede, veiligheid en voorspoed. Hoe zagen zij een rol voor zichzelf weggelegd in het Europa van toen? 

Johannes J. (Han) van der Horst (Schiedam, 1949) is een Nederlands historicus, auteur van boeken over historische onderwerpen en blogger bij Joop.nl. Han van der Horst werkte van 1978 tot 2012 bij de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Hij was een aantal jaren boekbespreker bij het VPRO-radioprogramma OVT, dat in teken staat van geschiedenis. Van der Horst is voorzitter van het Comité Open Monumentendagen Schiedam. Zijn boeken over geschiedenis zijn geschreven voor een breed publiek en worden uitgegeven door onder andere het Schiedamse Scriptum(bekend van Snoecks), Prometheus of Polak & Van Gennep. Hij was ook vaste radiocolumnist bij Radio Rijnmond (2011-2015). Sinds januari 2016 is hij radiocolumnist bij het Zuid-Hollandse regionale radioprogramma De Late Avond. (Bron: Wikipedia)  

Ontspanning van Onderop

Burgers op zoek naar gemeenschappelijke grond in een verdeeld Europa.

Ben Schennink, oud wetenschappelijk medewerker van het Studiecentrum voor Vredesvraagstukken -overgegaan in het Cicam in Nijmegen- en bestuurslid van Pax (Pax Christi/IKV) vertelt over het begin van het verzet tegen kernwapens door de kerken.

Het zijn dissidenten uit de Warschaupact landen die, begin jaren tachtig zijn gesteund door de Helsinki-Akkoorden, een meer civiele samenleving proberen te ontwikkelen waarin burgers een grotere rol spelen. Deze beweging sluit direct aan bij de manier van denken en werken van organisaties als het IKV en Pax Christi. In de strategie van de Nederlandse vredesbeweging, die ‘Ontspanning van Onderop’ wordt genoemd, worden burgers en lokale organisaties betrokken bij de grote geopolitieke vraagstukken, zij moeten een rol gaan spelen in het ontmantelen van de vijandbeelden die tussen de Sovjet-Unie en West-Europa bestaan.

Het project ‘Ontspanning van Onderop’ (werktitel) onderzoekt het erfgoed van deze beweging die zijn grondslag heeft in de periode direct na de tweede Wereldoorlog. De vraag die bij dit project wordt gesteld is of de burger van tegenwoordig een stem kan hebben in het geopolitieke krachtenveld, in kwesties met betrekking op oorlog, dreiging en vrede. Er wordt met dit project uitgegaan een oude initiatieven zoals dat van de ‘stedenband’ waarbij burgers van partnersteden in staat worden gesteld om met elkaar in contact te komen om elkaar op gemeentelijk niveau beter te leren kennen.

Het idee van de stedenbanden kreeg een nieuwe impuls in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Vanuit een dringende behoefte aan verzoening werden er onmoetingen georganiseerd tussen burgers van verschillende landen om op die manier aan gevoelens van vijandschap voorbij te kunnen gaan. Anno 2018 zijn er zo’n 20.000 stedenbanden in Europa waarvan 2200 tussen Frankrijk en Duitsland. In de ogen van het tegenwoordige publiek zijn stedenbanden vaak wat stoffig, ze dragen een imago van vriendelijke wellevendheid met zich mee.