Van Boerenleenbank naar Rabobank

Een kleine geschiedenis van de Boerenleenbank van de Nieuwendammerdijk. 

Annie Swart werkte in de 60’er jaren als cassiere bij de Boerenleenbank aan de Nieuwendammerdijk. Haar vader zat in het bestuur, als opvolger van haar grootvader, die een van de oprichters was van deze bank. Door gezamenlijk kapitaal ter beschikking te stellen werd het mogelijk, voor met name de boeren, om geld te lenen. De grote banken waren terughoudend, wat ruimte bood aan woekeraars. De co-operatieve bank bood het hoofd aan dergelijke praktijken en droeg bij aan de sociale cohesie.

Het gedachtengoed van Raiffeisen werd gedeeld door iedere bankmedewerker, van hoog tot laag, een boek te geven met een levensbeschrijving van de man. Annie vraagt zich af of de huidige medewerkers van de Rabobank nog kennis nemen van zijn gedachtengoed.

Raiffeisen is in het jaar 2018 overleden, hij zal in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Italië en Nederland groots worden herdacht.  De Genossenschaften oftewel de co-operatieve beweging, waar de Rabobank ook onder valt, zijn sinds november 2017 onderdeel van UNESO Cultural Hermitage for Humanity.

 

 

 

De oprichting van het Bazenbondje

Scan 4

De vereniging ‘Ons Belang’, ook wel bekend als het Bazenbondje, werd opgericht in 1905 met de doelstelling om ‘haar leden bij eventueele ziekten, of bij geheele of gedeeltelijke verminking, waardoor zij ongeschikt zijn om hun werkzaamheden te verrichten, een geldelijke uitkering te geven.’ Hoewel er in hetzelfde jaar al geluiden op gingen in de Tweede Kamer om werknemers en kleine ondernemers tegen invaliditeit en ouderdom te verzekeren, waren de ondernemers niet tevreden met de oplossingen die vanuit de rijksoverheid werd geboden:

[G]evoeld dat wij veel achter stonden bij hun die wekelijks hun verdiende loon ontvangen, wij die in geen Rijksverzekering bank zijn opgenomen, wij die bij een ongeval van niet als te erge aard geen vergoeding kunnen krijgen, wij die niet aan zoo’n zware controle bloot gesteld kunnen worden, als Doctersbewijs, ziekenbriefje van loopuren en zoo voort, gevoelde behoefte in ‘t oprichten van een vereeniging in “ons belang”, Zoo als dan ook bij de oprichten de vereeniging werd genoemd.

Terwijl de oprichting van het Bazenbondje vanuit de deelnemende ondernemers werd gezien als een noodzaak, verliep de oprichting niet gemakkelijk. Er waren ‘personen die beangst waren dat zij wanneer ze zich als lid aansloten benadeeld zoude worden in het uitoefenen van hun bedrijf.’ Ook blijkt de weerstand vanuit de Nieuwendamse gemeenschap, waar de vereniging als scheldnaam de naam ‘het kleine bazen vonds’ kreeg. Ondanks de weerstand wisten de initiatiefnemers toch al snel een vereniging op te bouwen, met een zeskoppig bestuur, een bode die wekelijks de contributie incasseerde en vier ledenvergadering per jaar waar de belangrijkste zaken aan de orde kwamen.

(Uit het onderzoeksverslag ‘Kroniek van een Bazenbondje’)