Het project Reis van de Razzia

(Een afgerond historisch en participerend research project, gearchiveerd bij DANS https://easy.dans.knaw.nl/ui/datasets/id/easy-dataset:58177


Op de avond van 9 november 1944 werden 8.000 Duitse soldaten ingezet bij ‘Aktion Rosenstock’. In stilte legden zij een kordon rond Rotterdam en Schiedam. Alle belangrijke bruggen en strategische punten werden bezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd.

logo_razzia_valies_kaart_nieuw

Op 10 en 11 november vond de razzia plaats in Schiedam, Rotterdam-Zuid en in de buitenwijken ten noorden van de Maas. Door de Duitsers werden huis-aan-huis pamfletten verspreid met bovenaan het dreigende woord ‘BEVEL’. Een dag later werd de klopjacht in het centrum voortgezet. (De naam ‘razzia van Rotterdam’ is dus feitelijk niet helemaal juist, het is tevens de razzia van Schiedam).

Op deze twee opeenvolgende dagen werden ruim vijftigduizend Rotterdammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd naar Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten, vrouwen en verwanten achterlatend. Deze moesten het zonder hen zien te rooien, een zware opgave in de hongerwinter.

Vaak wordt gedacht dat de grote razzia van november 1944 bedoeld was om dwangarbeiders voor de Duitse oorlogsindustrie te werven. In werkelijkheid was dat echter een bijkomstig doel. De bezetter wilde door middel van de razzia in de eerste plaats alle  weerbare mannen uit West-Nederland verwijderen. Daarmee hoopte zij te voorkomen dat ondergrondse strijders de Duitse troepen tijdens het oprukken van de geallieerden zouden tegenwerken. Toch vormde de Arbeitseinsatz wel het kader waarin dergelijke razzia’s konden plaatsvinden. Duitsland had de ‘totalen Krieg’ ingezet en maakte zich op voor de laatste verdediging. Spoorwegen moesten worden gerepareerd, tankwallen moesten worden gegraven. De Rotterdamse dwangarbeiders werden in Duitsland veelal ondergebracht in barakkenkampen, waar de levensomstandigheden vaak zeer slecht waren. Er was voedselschaarste, de slaapplaatsen waren abominabel, de barakken zaten vol ongedierte, er waren onvoldoende sanitaire voorzieningen en er was een gebrek aan kleding en schoeisel. De dwangarbeiders maakten vaak lange werkdagen en moesten zwaar sjouw- en graafwerk verrichten. Bovendien moesten zij bij luchtalarm uren in bunkers en schuilkelders doorbrengen.

Na afloop van de oorlog keerden de meeste dwangarbeiders huiswaarts als Displaced Persons. Veel mannen kwamen uitgeput, gewond of getraumatiseerd thuis. Anderen hebben het niet overleefd. Tijdens de tewerkstelling in Duitsland zijn ten gevolge van ziekte, ondervoeding, vluchtpogingen, bombardementen en andere oorlogshandelingen enige duizenden Rotterdammers omgekomen.

De Razzia van Rotterdam was de grootste klopjacht die het Duits nationaal socialistische regime heeft gehouden, waar dan ook in de bezette gebieden. Vreemd genoeg is de razzia geen erg bekend fenomeen in Nederland. RIOD Historicus Ben Sijes heeft weliswaar in 1951 al volledig in kaart gebracht wat zich had afgespeeld, maar niet met het resultaat dat de razzia nu een begrip is bij de gemiddelde Rotterdammer, laat staan bij de rest van Nederland. De reden ligt misschien in het feit dat er na de oorlog niet veel over gesproken werd. De stad en de haven moesten herbouwd worden, de handen moesten uit de mouwen. Daar kwam bij dat veel razziaslachtoffers dingen hadden gezien of meegemaakt die moeilijk te delen waren.


Reis van de Razzia is een collectie gefilmde getuigenissen van jonge mannen die op 10 november 1944 bij de razzia van Rotterdam door soldaten werden weggevoerd om dwangarbeid in Duitsland te verrichten. Van de 52.000 mannen die tijdens de razzia zijn weggevoerd is nog maar een klein aantal in leven. Voor het project Reis van de Razzia benaderden we deze getuigen van de razzia om hun verhalen vast te leggen volgens de oral history methode; een vorm van wetenschappelijk onderzoek naar het verleden door mondelinge overlevering.

Naast de getuigenverhalen van razziaveteranen werden ook gefilmde interviews opgenomen met achterblijvers, die zonder deze mannen moesten zien rond te komen tijdens de hongerwinter. De 75 gefilmde ooggetuigenverslagen werden in hun geheel vastgelegd in het wetenschappelijk/ historisch archief DANS, een onderdeel van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen. Het project Reis van de Razzia is verder tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het NIOD. De interviews zijn toegankelijk via de volgende platforms:  DANS Easy, Getuigenverhalen.nl, Netwerk Oorlogsbronnen.nl en CLARIAH.nl. 

NIOD: Getuigenverhalen

DANS, Erfgoed van de Oorlog/Reis van de Razzia

Featured in volume 1.1 (2016) Brill Research Data Journal for the Humanities and Social Sciences

Door de mediacampagne ‘Reis van de Razzia Onderweg’ heeft het project rond de openstelling in 2014 een publieksbereik gekregen van 3.6 miljoen mensen. Reis van de Razzia heeft verder bijgedragen aan de herdenking van de Razzia van Rotterdam door middel van presentaties over het project en door het directe contact met razziagangers en hun familie.

Het project Reis van de Razzia werd mede mogelijk gemaakt door steun van het vfonds, de Van Capellen Stichting, het Prins Bernrad Cultuurfonds Zuid-Holland, de Van Ommeren Stichting, het De Groot Fonds, Fonds Schiedam-Vlaardingen, Stichting Swart-van Essen, het Deltaport Donatiefonds en het Hendrik Muller Fonds.


E.J. de Jager, Reis van de Razzia: een oral history project over de razzia van Rotterdam

Voor de Duitse bezetter was de razzia een groter succes dan verwacht. Het verzetsblad Vrij Nederland schreef op 14 december 1944: “Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid”. (Sijes, 1951) De veroordelingen die door Vrij Nederland en ook door Radio Oranje werden uitgesproken kregen weinig weerwoord. Na de oorlog spraken de gedeporteerde Rotterdammers niet veel met elkaar over de razzia en hun belevenissen. De stad moest worden opgebouwd en vooruitkijken was het motto.

In feite legde Vrij Nederland in 1946 een probleemstelling neer waar ook nu nog geen eenvoudig antwoord op te geven is. Is het succes van de razzia een stad, een bevolking, als geheel aan te rekenen? Van wat voor dynamiek is er sprake als het gaat om obstructie of meegaandheid? Dit leidde tot de onderzoeksvraag: wat is de handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk.

Deze vraagstelling sluit aan bij de opmerkingen van RIOD- onderzoeker Ben Sijes die al in 1951 in zijn onderzoek naar de razzia stelde dat meer kennis over de razzia van Rotterdam kan leiden tot: “Een beter begrip voor de complexe verhouding tussen enkeling en gemeenschap, tussen individu en milieu in de moderne maatschappij”. (Sijes, 1951). In 1951 publiceerde Ben Sijes (1908-1981) in opdracht van het toenmalige RIOD zijn onderzoek naar de Razzia van Rotterdam. Sijes had anderhalf jaar onderzoek gedaan naar de razzia door op grote schaal oral history interviews af te nemen met getuigen. Zijn boek De Razzia van Rotterdam werd hét standaardwerk over de razzia. Om te weten in welke bedding de nieuwe interviews van het project Reis van de Razzia terecht zouden komen; in hoeverre de razzia van Rotterdam nu nog een rol speelt in het maatschappelijk discours, hebben we in 2012 steekproefsgewijs geïnformeerd naar de bekendheid met de geschiedenis onder een tiental kinderen van getuigen en onder een twintigtal willekeurige Rotterdammers. Het feit dat er indertijd in twee dagen tijd 52.000 mannen zijn opgepakt wekte in de meeste gevallen grote verbazing.

Als we kijken naar informatie over de razzia op het internet en een vergelijking te trekken met informatie over het bombardement van Rotterdam, dan zien we a) dat het bombardement een gebeurtenis is die duidelijk tot de canon van de Nederlandse geschiedenis behoort en dat b) het verhaal van de razzia niet erg leeft. Dit ondanks de mening van Ben Sijes dat de razzia “een van de schokkendste rampen (is) die het Nederlandse volk in de Tweede Wereldoorlog getroffen hebben”. (Sijes, 1951)

We hebben gezocht naar redenen voor de onbekendheid van het onderwerp door bronnenonderzoek te doen; door te kijken naar de mate van aandacht die wordt besteed aan de razzia rond de jaarlijkse herdenking en door te onderzoeken hoeveel getuigen van de razzia anno 2012 bereikbaar waren en in staat om over de gebeurtenis te spreken. Een primaire reden voor de onbekendheid van het verhaal van de razzia leek te zijn dat er direct na de oorlog al weinig werd gesproken over de razzia, de deportaties en de tewerkstelling in Duitsland. Dit niet-praten was weliswaar een bekend fenomeen in naoorlogs Nederland maar we vermoedden dat er specifieke oorzaken voor het Rotterdamse zwijgen gezocht konden worden in a) de veroordeling door Vrij Nederland die tot een zekere stigmatisering van de slachtoffers leidde, en daardoor tot een ongemak bij het vertellen over de geschiedenis en dat b), de bevolking bij de Wederopbouw actief werd gestimuleerd om vooruit te kijken. De haven en de stad moesten worden herbouwd volgens een grootse toekomstvisie, een narratief dat niet beïnvloed mocht worden door een idee van slachtofferschap.


De publiciteitscampagne: ‘Reis van de Razzia Onderweg’

De resultaten van de publiciteits campagne van Reis van de Razzia Onderweg overtroffen de verwachtingen. Het totale bereik van lezers en luisteraars bedroeg 3.6 miljoen mensen. De meesten konden via de traditionele media als krant en radio kennis nemen van het project dat door burgemeester Aboutaleb officieel werd geopend in november 2014.

Wanneer haalt een onderwerp de krant? In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog deden ontwikkelingen zich razendsnel voor, papier was schaars en de media waren niet vrij om over alles te berichten. We weten niet of de colonnes met in totaal 52.000 mannen uit Rotterdam indertijd werden opgemerkt door de bevolking van buiten de plaatsen waar doorheen getrokken werd. Mensen hadden niet in de gaten wat voor massaal drama zich aan het voltrekken was. Daarom begon Reis van de Razzia het mediaproject REIS VAN DE RAZZIA ONDERWEG, waarbij verslag werd gedaan van de reis door lokale media. Zeventig jaar geleden kwamen de mannen door Gouda, Haarlem, Amsterdam, Utrecht, Kampen, Wezep, Arnhem en nog veel meer plaatsen. Ter plekke werden ze vaak geholpen door de bevolking waarmee vaak een sterke band ontstond. Een band die tot op de dag van vandaag wordt gevoeld, zo blijkt uit de reacties op de artikelen.

De streekkranten hebben in de campagne een grote rol gespeeld, het is gebleken dat er in de regio’s een enorme belangstelling bestond voor de trek van de Rotterdammers. Veel lokale mensen hebben indertijd hulp geboden en er is destijds, 70 jaar geleden, een band ontstaan die blijkbaar niet is verbroken. Ook de landelijke pers heeft veel aandacht besteed aan Reis van de Razzia waardoor de razzia van Rotterdam na 70 jaar weer in de belangstelling is komen te staan.



Project organisatie

Het project werd geleid door Erik de Jager MA (1958), directeur van de Stichting Reis van de Razzia. De Jager is van oorsprong documentair filmmaker met een bijzondere belangstelling voor sociale geschiedenis en het persoonlijke verhaal. Het transcriberen en annoteren wordt gedaan door Tanja Broere (1981), Zij beschikt over een MA Geschiedenis en heeft een ruime ervaring in dataverwerking. Eric Hafkamp was productieleider/adviseur bij dit project. Productie/interview assistentie werd verricht door Sharis Coppens, MA visuele antropologie en documentair filmmaakster.

Met dank aan:

De geinterviewden en hun familieleden. Het Comité van Aanbeveling en de Raad van Advies van Stichting Reis van de Razzia.

Medewerkers:
Nico den Dulk: logo design
Joost Goedhart: webdesign
Jan Jaap Sprey: systeembeheerder
Lourens Administraties: jaarverslag
Peter van Druten: Gemeente Rotterdam:

Medewerkers bij DANS: Paula Witkamp, Marieke Polhout, Emilie Kraaykamp, Heidi Berkhout, Arjan van Hessen (Telecats spraaktechnologie). Medewerkers bij het NIOD: Madelon de Keizer, Edwin Klijn, Tim Veken, Marjo Bakker, Lotte Kaatee, Edwin Kleijn

Pers: Rien Floris, Anna Ferschtman, Dick Laning: Rosanne Sies, Paul Verspeek, Zicht Online, ANP Pers Support: Patrizia Weber; Noord-Hollands Dagblad, Holland Media, De Persdienst, Wegener Dagbladen, De Stentor, Radio 1 Vandaag, NPO, Radio Rijnmond, RTV-Rijnmond.

Dit project werd mogelijk gemaakt dankzij genereuze donaties door het Prins Bernhard Cultuur Fonds Zuid-Holland, het vfonds, de van Ommeren-de Voogt Stichting, de van Cappellen Stichting, de Stichting dr.Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds, de Stichting Fonds Schiedam Vlaardingen e.o., de Stichting de Groot Fonds, de Stichting Swart van Essen, het VFonds, het Deltaport Donatiefonds.