We hebben geprobeerd de jongeren die met mij meereisden naar Nederland, naar Neath, naar Udine te laten weten wat we daar zijn, namelijk ambassadeurs. Ambassadeurs van Duitsland in het buitenland onder mensen die ons met nieuwsgierige ogen aankijken.
En ik dacht dat ik de jongeren goed had voorbereid en stapte toen in Nederland uit de trein naar Schiedam en was zeer verrast toen een man met een microfoon naar mij toe rende en mij vroeg, hij herkende dat ik het hoofd van de kring was, en hij vroeg wat ik voelde als Duitser in een land dat Duitsland was binnengevallen.
En ik wilde met goede moed en het goede voorbeeld leiding geven, maar de vraag verraste me totaal omdat ik me geen schuldige Duitser voelde. Ik was toen net twintig jaar oud en wist niets van de oorlog. Ik ben geboren in 1944, dus ik wist dat Duitsland hier zwaar verantwoordelijk voor was en Polen, Nederland en andere landen was binnengevallen. Maar ik voelde mij er persoonlijk niet verantwoordelijk voor.
Maar ik zei: daarom komen we naar Nederland, om te laten zien dat de jongere generatie niet de generatie is die Nederland is binnengevallen, die de andere landen is binnengevallen. De verslaggever was daar enigszins tevreden mee.
Maar voor mij was het een belangrijke ontmoeting omdat ik merkte dat het niet zo makkelijk was om als Duitser naar het buitenland te gaan en toen begreep ik niet dat veel van mijn andere leeftijdsgenoten niets wilden weten over de oorlog en toen was ik er al achter. Achteraf ben ik iets minder verbaasd dat mijn geschiedenisleraren op de middelbare school geschiedenislessen gaven tot aan de Eerste Wereldoorlog en toen was het schooljaar voorbij en kwamen we meestal niet verder.
Richard uit Esslingen