De ontwikkeling van vereniging ‘Ons Belang’ vanaf 2005

Hoewel in 1984 een beslissing werd genomen over het voortbestaan van de vereniging werd er niet besloten hoe dit de vereniging eruit moet komen te zien. Er wordt nog wel rekening gehouden met eventuele uitkeringen, maar deze worden nauwelijks nog aangevraagd.

dominoNu we door het eerste deel van dit onderzoek weten hoe de vereniging tot stand is gekomen en door het tweede deel hoe de vereniging omging met de veranderende tijden, is het nu tijd om te kijken naar de huidige staat van het Bazenbondje. In het jaar 2005 bestond het Bazenbondje 100 jaar en kwam het begrip participatiesamenleving steeds meer in zwang. Hoewel het begrip al werd gebruikt door Wim Kok tijdens een PvdA-congres in 1991, is de term pas de afgelopen jaren bij het grote publiek bekend geraakt. Binnen een participatiesamenleving krijgt de burger meer verantwoordelijkheid en wordt geacht zelf vorm te geven aan zijn toekomst en bij te dragen in de samenleving. In 2005 werd in de Tweede Kamer betoogd dat burgerparticipatie mogelijk moet worden gemaakt en moet worden bevorderd.[1] Het jaartal 2005 als startpunt van dit deel van het onderzoek is dan ook niet toevallig gekozen, het Bazenbondje arriveert in een nieuw economisch-maatschappelijk tijdperk. De kredietcrisis van 2007 maakt vervolgens duidelijk dat er geen weg terug is.

[1] Maria Vreugdenhil, Nederland Participatieland? De ambitie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de praktijk in buurten, mantelzorgrelaties en kerken (Amsterdam 2012) 13

Introduction: Chronicle of the Governor’s Association

bbondje_rood_achterland_basisChronicle of the Governor’s Association is a field research project investigating the sustainability of a so-called Institution for Collective Action.

A cooperative Association is an expression of such an institute. By examining the functioning of a 110-year-old Cooperative sickness fund we aimed to identify the qualities that have ensured the long-term existence of the Association.

The Association “To Our Avail” has operated since 1905 as a communal sickness fund for entrepreneurs in Amsterdam-North. The Association is part of the so-called Second Wave of the Cooperative Movement, initiated in Germany by Friedrich Wilhelm Raiffeisen and Franz Hermann Schulze-Delitzsch. The German movement led to the foundation of for example the Raiffeisenbank and Local Farmer’s Bank (Boerenleenbank). In 1972 the two merged, resulting in the Cooperative RaBoBank. Since 2015 the cooperative structure has gradually been abandoned to a more centralized form of management control.

By means of counteraction to this form of progression a renewed interest has arisen for various forms of cooperative entrepreneurship. The rise of the Participation Society and the economical crisis of 2008 are all determinants, which have sparked this renewed interest in the commonality.

Despite this interest, the principles of self-governance and cooperation are currently no longer apparent in the collective social conscience, argues Prof. Tine Moor (University of Utrecht. With the research project Chronicle of the Governor’s Association we aim to contribute to safeguarding and propagating the original principles of the Society.

The emphasis of the project Chronicle of The Governor’s Association lies on facilitating the process of change within the Association “To Our Avail”. In order to achieve this goal we applied the Method “Challenge for Change” as developed by the National Film Board of Canada (NFB). Hereby filmed video-interviews and reports are employed to create discourse. The data is consequently presented to the target group and generates new outcomes. The board and members of the Association “To Our Avail”’ thus form active participants in our research. The interviews were supplemented with results of historical research in order to provide the necessary context. We collaborated with experts conducting contemporary Academical Research about the functioning of Commonality in the present period, also known as the Third Wave of the Cooperative Movement.

The project The Chronicle of The Governor’s Association is divided into three periods of which the first one covers the foundation years and the rise of the Society from 1905 till 1939. The second period deals with the Welfare-State: 1966-1985.

The third and final chapter covers the period 2005-2016 of which the latter years were dominated by the American Financial Crisis of 2008 . This crisis gradually resulted in a fundamental rethink among citizens and local communities worldwide about the actual functioning of the present-day economical principles.

Chronicle of The Governor’s Association has thus become a narration of the local and the common, juxtaposed against the setting of the bigger social movements. The Association “To Our Avail” can therefore be seen as a lieu de mémoire in which “Memory” and “History” are intertwined, a relationship formerly described by Pierre Nora. (Pierre Nora. “Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire” as published in the Magazine Representations – edition 26.)

The project Chronicle of the Governor’s Association is initiated by the Dutch Foundation Journey of the Razzia (Stichting Reis van de Razzia) in the context of its research programme “Journey through the Hinterland”. The project is supported by the research group ‘Institutions for Collective Action’, supervised by Prof. Tine de Moor of the University of Utrecht. Also partner in the project were the Digital Platform DANS (Data And networked Services) of the KNAW (Royal Dutch Academy for Science).

The projecPrins-Bernhard-Cultuurfonds_RGB_logo-800x846pxt is financially supported by the Prince Bernard Culture Fund North-Holland.

 

 

De coöperatieve bank als functioneel erfgoed

Posters in Merano in Italie vertellen waar de Raifeissenbank vandaan komt. De volledige campagne suggereert dat er toekomst zit in het oorspronkelijke idee, wat bijzonder is i2016-08-28-PHOTO-00000011n een tijd waarin coöperatieve banken onder druk staan om steeds meer corporate te gaan functioneren.

Duitsland heeft in 2015 de Genossenschaften voorgedragen voor de Werelderfgoedlijst van Unesco. Stichting Reis van de Razzia heeft de Nederlandse coöperatieve praktijk voorgedragen voor de Nederlandse inventaris Immaterieel Erfgoed. De aanvraag wordt ondersteund door het Nationale Coöperatie Museum in Schiedam. De beslissing om de Duitse aanvraag te honoreren valt in november 2016.

Postercampagne in Merano, Italie
Postercampagne in Merano, Italie. augustus 2016

 

Platform co-ops: How can workers defeat the ‘Death Stars’?

Uit een artikel door Rebbeca Harvey, 

“As ‘Death Star platforms’ such as Airbnb and Uber continue their pursuit of global domination, an alternative is rising in its wake,” wrote Cat Johnson in an introduction to 11 Platform Cooperatives creating a real sharing economy. She was referring to platform co-operatives, which work on the simple co-operative principle of putting power “back in the hands of the people”.

In November, over 1,000 people gathered at a conference in New York to explore how this could be achieved and, since then, discussion around the idea has blossomed. The term itself was coined by author and academic Trebor Scholz, to “give a name to what a lot of people have been longing for – and even working on already”.

Read more: Platform Cooperativism: Taking back the internet

“Platform co-operatives, which share the value they create with the users they depend on, are on the rise,” added Ms Johnson. “As Shareable co-founder Neal Gorenflo writes: ‘platform co-ops combine a co-operative business structure with an online platform to deliver a real-world service’”.

The 11 inspiring platform co-operatives Ms Johnson lists cover ride-sharing/car-sharing organisations (Juno, New York; Modo, Vancouver; Tapazz, Belgium), taxis (Union Taxi, Denver; VTC Cab, Paris) and technology (Enspiral, New Zealand; Timefounder, Barcelona; Backfeed, Israel), as well as Peerby, a Dutch neighbour-to-neighbour goods sharing platform; the stock photo site Stocksy; and Fairmondo, an ethical alternative to eBay.

But not all those would be considered “true” co-operatives under the structures of their countries. “I and, I imagine, the vast majority of people in the global co-operative movement feel quite strongly that to be described as a co-op (platform or otherwise) you should, well, actually be a co-op,” says co-op activist and writer Josef Davies-Coates.

www.thenews.coop/106064/news/co-operatives

De jaren van de Verzorgingsstaat (3)

Meerpad te Nieuwendam. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Meerpad te Nieuwendam, 1965. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Het functioneren van de vereniging na de Wederopbouw.

Nadat het duidelijk is geworden hoe de vereniging functioneert in tijden waar de doelstelling een maatschappelijke noodzaak is, in de jaren van 1905 tot 1940, zal in het tweede deel een sprong worden gemaakt naar het jaar 1966. De reden hiervoor is dat er in de oorlogsjaren nauwelijks vergaderingen zijn door de Duitse bezetting en er in de eerste jaren na de oorlog weinig verandert in de formele uitvoering van de vereniging. Het jaar 1966 is echter niet geheel willekeurig, aangezien de notulen die gemaakt zijn tussen 1950 en 1966 ontbreken. In deze periode, waar de welvaartsstaat al een duidelijke rol speelt binnen de maatschappij, probeert het Bazenbondje mee te gaan met de veranderende tijden en lijkt de oorspronkelijke doelstelling een minder grote rol te spelen. Toch wordt er aan de regelementen niet getornd en het Bazenbondje probeert een rol in de Nieuwendamse ondernemersgemeenschap te blijven vervullen. Hoe wist het Bazenbondje deze periode te overleven? Wat is de rol van het erfgoed en de cultuur van het Bazenbondje? Deze tweede periode eindigt in 1984, waarbij de opheffing van het Bazenbondje wordt besproken en er gesproken wordt over de functie van het Bazenbondje in de toekomst.

(Uit het onderzoeksverslag ‘Kroniek van een Bazenbondje’ door Joost Vinke)

Challenge for Change, social media uit de jaren 70

Kroniek van een Bazenbondje is een onderzoeksproject waarbij gebruik wordt gemaakt van de historische methode ‘Challenge for Change’.

image_15_cfc_logoChallenge for Change was een film en video prgramma dat is gecreerd  door de National Film Board of Canada (NFB). Het drijvende idee achter het programma was de overtuiging dat film en video effectieve instrumenten waren om sociale verandering binnen Canadese gemeenschappen te faciliteren. Feedback op de films was essentieel om tot een ‘community loop’ te komen, een manier image0053waabij de participanten invloed uit konden oefenen op het proces en daarmee op het lopend gesprek. Een belangrijk project binnen het programma was het ‘Fogo process’ dat werd opgezet door Memorial University of Newfoundland.

Op de website www.vimeo.com/channels/bazenbondje zijn een aantal fragmenten van interviews en reportages te zien die gaan over ondernemerschap, de doelstelling van de vereniging, arbeidsongeschiktheid en over de geschiedenis van Nieuwendam. De website facilitaire het gesprek over het erfgoed en het nut daarvan voor de coöperatieve vereniging Ons Belang, oftewel het Bazenbondje.

‘Erfgoed is geen gegeven maar een constructie. Het is het resultaat van het opplakken van een etiket. Maar dat is niet genoeg. Erfgoed is alleen erfgoed als anderen het als zodanig herkennen, bevestigen en bediscussiëren, en dat laatste moet niet over het hoofd worden gezien. Het is het voorlopig resultaat van een gecompliceerd proces van onderhandelen, waarderen en selectie, waarbij machtsverhoudingen een rol spelen naast vele andere factoren,waaronder en aantal bijzonder praktisch zijn’. (Uit de inaugurale rede van Prof. Dr. Hester C. Dibbits aan het Center for Historical Culture (ESHCC) of Erasmus University Rotterdam on 16 October 2015).

Kroniek van een Bazenbondje maakt deel uit van het hierboven beschreven proces door het toepassen van een Challenge for Change werkwijze. De oorspronkelijke filmopnames bestaande uit interviews en reportages zullen in hun volledigheid worden gearchiveerd in DANS, het digitale archief van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen KNAW. Een verslag van de resultaten van het proces worden hier bijgevoegd evenals de doorzoekbare transcripties en de resultaten van historisch onderzoek. Dit historisch onderzoek wordt uitgevoerd door Stichting Reis van de Razzia in samenwerking met de Universiteit van Utrecht.

Screen Shot 2016-06-06 at 15.59.26

 

In memoriam: Henk Hofland

 

Interview met henk Hofland voor Reis van de Razzia
Interview met henk Hofland voor Reis van de Razzia

Hendrik Johannes Adrianus (Henk) Hofland (Rotterdam 20 juli 1927 -21 juni 2016 was een Nederlandse journalist, columnist, essayist, romancier en schrijver. Hij ontving de P.C. Hooft 2011 en werd in 1999 door zijn collega’s uitgeroepen tot dé Nederlandse journalist van de twintigste eeuw. (Wikipedia)

Henk Hofland had ook zitting in het Comite van Aanbeveling van Stichting Reis van de Razzia. Hij ontsnapte ternauwerdood aan de razzia van Rotterdam in november 1944. In een gefilmd interview schetst Hofland onder andere de jaren van wederopbouw en verzet tegen de heersende machthebbers. Het volledig interview is hier te zien: INTERVIEW HENK HOFLAND.

Uit dit interview volgt hieronder een tekstfragment.

‘De omgeving maakt de mensen natuurlijk ook hè, je maakt niet jezelf en ik heb het gevoel dat ik nadat de school gesloten was beter tot mijn recht ben gekomen. Een vrije jongen. Alles doen wat God verboden heeft. En Jezus ja, wat, ik heb mij geen seconde verveeld in de Hongerwinter! Er was geen gezag meer. Het gezag was absoluut verdwenen. Het schoolgezag was verdwenen. Mijn ouders heb ik altijd wel respect voor gehad. Maar gezag is iets anders. En mijn vader was niet iemand die mij commandeerde, het was geen strenge man of zo. En mijn moeder ook geen strenge vrouw. Dus ik heb altijd mijn gang kunnen gaan en dat heeft mij zeer bevallen! Ik heb wat dat betreft in de Hongerwinter de afsluiting van een zeer gelukkige jeugd gehad.’

‘De mensen die probeerden mij te commanderen, die schreeuwen tegen een muur. Dat is mij absoluut vreemd. De commando’s die ik van mijn eerste hoofdredacteur kreeg, bijvoorbeeld: “meneer Hofland”, ik krijg telefoon van iemand uit Den Haag en “ik zou het op hoge prijs stellen als u die te woord stond”. Goed, dus daar komt inderdaad telefoon uit Den Haag, “ja, met Pietersen, kan ik met u praten?”. “Ja, zeker, natuurlijk”. We gaan naar de (…) en daar drinken we een kopje koffie en die Pietersen, die ontpopt zich als een lid van de BVD, de voorloper van de CIA en NSA, hoe vind je dat? “Wij vinden een zeker iemand een verdacht persoon en wij zouden het op hoge prijs stellen als u af en toe een rapport over hem indiende, bij ons, en daarvoor kunt u een ruime declaratie indienen”. Nou, ik zei “meneer Pietersen, u bent aan het verkeerde adres, even goede vrienden, maar de groeten”. Later hoorde ik dat er journalisten zijn geweest die op de betaallijst van de BVD stonden en de BVD schoof flink , hoe vind je het? Allerlei dingen waarvan men zegt “je moet” dan denk ik “bekijk het, dat doe ik niet!”.

‘Commons’ en Sharing Economy

In het kader van Europese wetgeving gericht op transparantie komt er meer druk op de kleine coöperatieve verenigingen komt te staan. Ook de grote zorginstellingen stellen contractuele eisen waar kleinere coöperaties moeilijk moeilijk aan kunnen voldoen. (Bron: Researchgroep Institutions for Collective Action, Universiteit van Utrecht).

Kleinere coöperaties in Nederland krijgen steeds moeilijker en worden incidenteel zelfs opgeheven. Voor instituten die zich oorspronkelijk op eigen kracht hebben moeten oprichten is deze bemoeienis moeilijk te verteren, zeker als hij eerder beperkend is dan stimulerend. Een nieuwe waardering van het coöperatief erfgoed kan een goede stimulans zijn voor een sfeer van openheid waardoor er gezamenlijk kan worden gezocht naar antwoorden. Er zal ook overeenstemming moeten zijn over wat de coöperatieve gedachte inhoudt. Er is een plethora aan nieuwe initiatieven die misverstanden in de hand werken. Zo’n misverstand is dat ‘the sharing economy’ een vorm van ‘commons’ is en daarmee een soort cooperatie kan zijn.

Afbeelding: Meridian 180 forum "Sharing Economy"
Afbeelding: Meridian 180 forum “Sharing Economy”

Brian Van Slyke en David Morgan stellen op hun website “Grassroots Economic Organizing’ dat: ‘Sinds de recessie zijn er meer en meer mensen op zoek naar economische alternatieven. Men zoekt naar mutuele oplossingen in plaats van de “het is ieder voor zich” filosofie. In de kern is de ‘sharing economy’ echter een regeling om de risico’s van bedrijven te verschuiven naar individuen met de bedoeling om enorme winsten op te strijken met lage vaste kosten’. Deze ‘sharing economy’ bedrijven behoren tot de oude extractieve economie maar werken onder de vlag van de nieuwe generatieve economie. Ze doen zich voor als commons, als coöperatieve bedrijven en instituten maar zijn het niet. Deze verwarring van definities wordt onderschreven door prof. Tine de Moor van de Universiteit van Utrecht. Zij pleit voor een helder onderscheid waardoor de kwaliteiten van de coöperatieve beweging in onze veranderende verzorgingsstaat tot hun recht kunnen komen.

1844 - Rochdale Pioneers Society established
Afbeelding (www.co-operative.coop): 1844 – Rochdale Pioneers Society established

De coöperatieve beginselen zijn wezenlijk verschillend van veel bedrijven die zich groeperen onder de sharing economy. De definitie van een coöperatie -volgens Rochdale- is dat heteen autonome vereniging is van personen die zich vrijwillig hebben verenigd om hun gemeenschappelijke economische, sociale en culturele behoeften te versterken door middel van gezamenlijk eigendom binnen een democratisch gecontroleerde onderneming of instituut, gereguleerd door met elkaar overeengekomen beginselen. Het gaat niet om de rechtsvorm coöperatie, als aan de beginselen tegemoet wordt gekomen, als aan de beginselen wordt beantwoord is er sprake van een coöperatie.

bbondje_rood_achterland_basisHet onderzoek ‘Kroniek van een Bazenbondje’ dat word uitgevoerd door Stichting Reis van de Razzia is medio september 2016 beschikbaar . Uit het verslag wordt verder duidelijk waar de traditie uit bestaat, hoe hij geworteld is in de samenleving en wat de historische verbanden en achtergronden zijn. (Dit is het fragment van een tekst uit de aanvraag om de coöperatieve beweging te plaatsen op de lijst van de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Koninkrijk Nederland)

Boodschap van een wijze kabouter

foto: achterkant boek :Boodschap van een Wijze Kabouter'
foto: achterkant boek ‘Boodschap van een Wijze Kabouter’

Dit is de de titel van een boek van Roel van Duijn die in 1969 een beschouwing schreef over: ‘Het filosofische en politieke werk van Peter Kropotkin in verband met de huidige keuze tussen catastrofe en kabouterstad’.

Roel van Duijn: ‘De staat ontnam de gilden hun rechten en zelfstandigheid, tevens schafte het ‘t gemeenschappelijk grondbezit af. Met het toenemen van de verplichtingen van de burger tegenover de staat verminderden hun onderlinge verplichtingen en wederzijdse hulp’.

In 1969, in een periode dat de verzorgingsstaat op de rails stond, was deze constatering niet erg mainstream. En anno 2016 keert het tij en wordt, ingegeven door bezuinigingen, de zelfredzaamheid van de burger op weer op waarde geschat en aangemoedigd. En Broodfondsen moeten het gat vullen dat de staat heeft laten ontstaan.

 

Oprichting van het Bazenbondje (2)

Terwijl de oprichting van het Bazenbondje vanuit de deelnemende ondernemers werd gezien als een noodzaak, verliep de oprichting niet gemakkelijk. Er waren ‘personen die beangst waren dat zij wanneer ze zich als lid aansloten benadeeld zoude worden in het uitoefenen van hun bedrijf.’ Ook blijkt de weerstand vanuit de Nieuwendamse gemeenschap, waar de vereniging als scheldnaam de naam ‘het kleine bazen vonds’ kreeg. Ondanks de weerstand wisten de initiatiefnemers toch al snel een vereniging op te bouwen, met een zeskoppig bestuur, een bode die wekelijks de contributie incasseerde en vier ledenvergadering per jaar waar de belangrijkste zaken aan de orde kwamen.

De manier waarop het Bazenbondje zich organiseert komt overeen met het principe van instituties voor collectieve actie, ook wel bekend als burgercollectieven, waarbij samenwerking en zelfregulering het uitgangspunt zijn voor de dagelijkse praktijk en burgers heft in eigen handen nemen om lokale problemen aan te pakken. Dergelijke instituties zijn op diverse plekken in Nederland te vinden, maar ook op andere plekken in Europa. De motivatie tot het oprichten van een samenwerkingsverband in een coöperatieve vorm kan verschillende redenen hebben, zo zijn er instituties voor collectieve actie bekend op het gebied van energie, zorg, voeding, verzekering en infrastructuur. Het uitgangspunt is echter dat er een samenwerkingsverband wordt gecreëerd met een specifiek economisch, ecologisch of maatschappelijk doel voor ogen. De reden tot het oprichten van het Bazenbondje was ‘het oprichten van een ziekenvereniging in hoofdzaak voor eigenwerkers en kleine bazen, met het doel om voor een lage contributie een vlinke uitkeering te doen plaats hebben bij voorkomende ziektes of ongelukken.’ Het Bazenbondje past dan ook precies binnen de theorie over burgercollectieven.

(Uit het onderzoeksverslag ‘Kroniek van een Bazenbondje’ door Joost Vinke)